Rasbeschrijving van de Dobermann
FCI.nr.: 143/14-02-1994/GB
Vertaling: Dobermann council van KUSA (Kennel Unie v. Zuid Afrika)
Land van Oorsprong: Duitsland
Gebruik: Gezelschaps-, waak- en verdedigingshond
FCI klassificatie: Groep 2 (Pinschers en Schnauzer, Molossers en Zwitserse Sennenhonden)
Sectie 1 Pinscher en Schnauzer type
Met werkproef
De Dobermann is middelgroot, krachtig en gespierd gebouwd.
Het lichaam van de Dobermann is bijna vierkant, dit geldt in het bijzonder bij de reuen.
Van huis uit is de Dobermann vriendelijk en rustig. Erg aanhankelijk aan de familie en houdt van kinderen.
Schedelgedeelte:
Krachtig in verhouding tot het lichaam. Van boven gezien is het hoofd in de vorm van een stompe keg gesneden.
Stop: Is flauw maar wel duidelijk ontwikkeld.
De voorsnuit moet in goede verhouding zijn met de schedel en moet krachtig ontwikkeld zijn.
Zij moeten vast en glad aan de kaken aanliggen en moeten een strakke nauwe sluiting van de mond waarborgen.
Krachtige, brede boven- en onderkaak, schaargebit, 42 tanden en kiezen correct geplaatst en van normale grootte.
Middelgroot, ovaal en donker van kleur.Een lichtere kleur is voor de bruine honden toegestaan.
Het hoog aangezette oor wordt rechtop gedragen, in goed lengte gecoupeerd en moet in verhouding zijn met het hoofd.
De hals is van goede lengte en in verhouding tot het lichaam en het hoofd.
Schoft:
Moet in het bijzonder bij reuen in hoogte en lengte geprononceerd zijn en daarbij van de croup af in oplopende toplijn naar de schouders toe lopen.
Is kort en vast. De rug en de lendenpartij zijn van goede lengte en goed gespierd.
Moet vanaf het darmbeen richting staartaanzet, gering en slecht waarneembaar afvallen en toont goed afgerond, is noch recht of opvallend hellend.
De borstlengte en diepte moet in verhouding zijn met de lichaamslengte.
Vanaf het einde van het borstbeen richting het bekken moet de buikbelijning duidelijk opgetrokken zijn.
De staart is hoog aangezet en kort gecoupeerd, waarbij 2 staartwervels duidelijk zichtbaar blijven.In landen waar een coupeerverbod van kracht is moet de staart natuurlijk worden gedragen.
Voorhand/Algemeen:
De Voorbenen zijn van alle kanten bekeken bijna recht, verticaal op de grond en krachtig ontwikkeld.
De schouderbladen liggen dicht tegen de borstkas aan en zijn beide aan kanten van de schouderbladrichel goed gespierd.
Goede lengte, goed gespierd.De hoeking met het schouderblad braagt ongeveer 105 tot 110 graden.
Goed aangesloten, niet uitdraaiend.
Sterk en recht, goed gespierd.De lengte is in harmonie met het hele lichaam.
Krachtig.
Is krachtig.Van voren gezien recht en van de zijkant gezien iets schuin (maximum hoeking 10 graden)
Kort en vast, de tenen zijn gewelfd (katvoet). De nagels zijn kort en zwart.
Van achter bekeken toont de Dobermann door zijn goede bekkenbespiering breed in de heup en croupeen afgerond.
Is van goede lengte en breedte en goed gespierd. Heeft een goede hoeking t.o.v. het heupgewricht.
Het kniegewricht is krachtig en wordt door het dij- en onderbeen alsmede de knieschijf gevormd.De kniehoeking bedraagt ongeveer 130 graden.
Middelmatige lengte en in goede verhouding met de totale achterhand.
Middelkrachtig en parallel.Het scheen-/kuitbeen verbind zich in het spronggewricht met de middenvoetsbeentjes. (met een hoeking van ongeveer 140 graden)
Kort en staat verticaal t.o.v. de grond.
Zijn als de voorvoeten.De tenen van de voeten zijn kort gesloten en gewelfd.
Het gangwerk is bijzonder belangrijk, zowel voor de africhting alsmede voor het exterieur.
De huid is goed strak aangesloten en goed gepigmenteerd.
Het haar is hard, kort en dicht. Het ligt nauw, glad en gelijkmatig aan over het lichaam verdeeld.Onderwol is niet toegstaan.
De kleuren zijn zwart of donkerbruin met een roestrode scherpe afgetekende zuivere brand.
Reuen: 68-72 cm
Teven: 63-68 cm
Reuen: 40-45 kg
Teven: 32-35 kg
Elke afwijking van de hierbovengenoemde punten moet als een fout worden beschouwd,de ernst van de fout moet worden gewogen in de verhouding tot diens kwalificatie.
Gebrek aan gelachtskenmerken, te weinig substantie, te licht, te zwaar, te veel beenlengte, zwak botwerk.
Te zwaar, te smal, te kort, te lang, te veel of te weinig stop, ramsneus, onvoldoende parallellisme van de schedel, zwakke onderkaak,
Iets kort, te kort, keelhuid, wammen, te lang (niet in harmonie), hertenhals.
Rug niet vast, afvallende croupe, doorgezakte rug, karperrug, te veel of te weinig ribwelving, niet voldoende borstdiepte of breedte.
Te veel of te weinig hoeking in voor- en/of achterhand.Losse ellebogen; van de standaard afwijkend ligging en lengte van de benen en gewrichten.
Te lichte en niet scherp afgetekende onzuivere brand, te donker masker, grote zwarte vlekken aan de benen, slecht zichtbare of te grote borstvlekken.
Ontbrekende zelfverzekerdheid, te hoog temperament, te hoge scherpte, een te hoge of te lage prikkelingsdrempel.
Een afwijkende grote van de standaardmaat tot twee centimeter moet het resultaat met 1 kwalificatie worden verlaagd.
Algemeen:
Totale omdraaiing van het geslachtstype.
Gele ogen (roofvogelogen), verschillende oogkleur.
Bovenvoorbeet, tanggebit, onderbeet en missende tanden/kiezen.
Witte vlekken, uitgesproken lang en krullig haar, dunne beharing en grote kale plekken.
Angstige-, nerveuze, agressieve honden
Honden die meer als 2 centimeter boven en onder de standaardmaat afwijken.